WAT IS DE GLYCEMISCHE INDEX EN WAAROM IS HET BELANGRIJK OM DEZE LAAG TE HOUDEN TIJDENS SOMMIGE FYSIOLOGISCHE / PATHOLOGISCHE STATEN?
De glycemische index (GI) meet hoe een voedingsmiddel dat koolhydraten bevat, de bloedglucosespiegel verhoogt. Voedingsmiddelen met een lage glycemische index worden beter door het lichaam opgenomen en resulteren in een gezondere bloedsuikerspiegel en insulineregulatie, ziektepreventie, meer energie en een beter humeur. Voedingsmiddelen met een hoge glycemische index bevatten granen die rijk zijn aan zetmeel.
Het voeren van katten- en hondenvoer met een lage glycemische index is belangrijk omdat hun metabolisme is geëvolueerd om energie te halen uit dierlijke eiwitten en vetten, niet uit koolhydraten. Koolhydraten die traditioneel worden aangetroffen in formules voor katten- en hondenvoer zorgen voor een snelle energie-uitbarsting als postprandiale glycemische niveaus die een negatieve invloed hebben op de regulering van insuline en bloedsuikerspiegel, ongewenste calorieën leveren en gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken zoals obesitas en diabetes, omdat hun anatomie niet is ontworpen om ze in overvloed te verwerken. Desalniettemin bevat het meeste industriële huisdierenvoer op de markt 40% tot 60% granen die rijk zijn aan licht verteerbare koolhydraten. N&D voedingslijnen bevatten 0% (graanvrij) tot 20% (lage voorouderlijke granen) granen.
Er zijn fysiologische en pathologische aandoeningen waarbij een laag suikerniveau cruciaal is, en daarom hebben we formules met lage glycemische index ontwikkeld met voorouderlijke granen (spelt en haver zonder GGO's) zoals ‘’obesitas’’, ‘’gecastreerd’’, ‘’diabetisch’’ en ‘’gewricht’’. In deze formules is een lage glycemische index functioneel voor een gematigde postprandiale glycemische respons en modulatie in de tijd.